Vrijwel geen meeropbrengst bij kruislings poten

Waaxens – Kruislings poten van aardappelen leverde het eerste jaar vrijwel geen meeropbrengst op. Dat meldt pootgoedteler Durk Bierma. De meeropbrengst was slechts enkele procenten, terwijl op een meeropbrengst van zo’n 10 procent werd gerekend.

Maatschap Bierma-Modderman in het Friese Waaxens is afgelopen jaar een driejarige praktijkproef met kruislings poten van aardappelen gestart, samen met mechanisatiebedrijf Broekens, HZPC, provincie Friesland en LTO Noord. Projecten LTO Noord begeleidt de proef. De provincie financiert de proef, samen met HZPC, LTO Noord fondsen en het Oanfitterfûns. Doel van de proef is te onderzoeken of de pootgoedopbrengst structureel omhoog kan door het veldoppervlak beter te benutten.

In de proef zijn kruislings gepote aardappelen in 90 centimeter ruggen vergeleken met traditionele 75 centimeter ruggen. Omdat de knollen in kruisverband liggen, is de onderlinge knolafstand 24 centimeter. In de traditionele 75 centimeter ruggen zijn 75.000 knollen per hectare gebruikt. De knolafstand is dan 18 centimeter. Bij kruislings poten heeft elke plant dus meer ruimte, wat theoretisch dus zou moeten resulteren in meer opbrengst.

Dat bleek niet het geval. In de 90 centimeter ruggen is 13 procent meer pootgoed gebruikt. De planten in de 90 centimeter ruggen hebben echter alle gemiddeld 1 knol minder per plant aangelegd, waardoor het knolaantal in beide systemen vrijwel gelijk was. Wel waren de knollen in de 90 centimeter ruggen eerder aan de maat. Hoe het komt dat beide systemen vrijwel evenveel knollen opleveren, weten de onderzoekers niet. In 2014 en 2015 wordt de proef nogmaals uitgevoerd.