AkkerbouwNieuws

NAK: minder latente erwinia in S-pootgoed

Emmeloord – De NAK vond vorig jaar in de S-klasse van pootaardappelen minder latente besmettingen met erwinia dan bij de oogst van 2012. Er zit veel verschil in latente besmettingen tussen aardappelrassen en bedrijven.

Dat meldt de keuringsdienst op de telersvergaderingen die deze maand worden gehouden. De NAK startte in 2012 met een onderzoek naar de mate waarin pootgoed in de S-klasse latent besmet is met de bacterie die erwinia veroorzaakt. De pootaardappelen zijn onderzocht op de bacteriën Dickeya spp (Ds), Pectobacterium atrosepticum (Pa) en Pectobacterium wasabiae (Pw). Het onderzoek is op vrijwillige basis en heeft geen gevolgen voor de teler.

In 2013 vond de NAK in 22 procent van de monsters een latente besmetting. Dat was 35 procent bij de oogst van 2012, zei Jaap Haak, coördinator keuringen, op de telersbijeenkomst in Emmeloord. “Het aandeel Ds en Pa bleef stabiel. We vonden veel minder Pw.”

Er zat veel verschil tussen rassen en bedrijven, zegt Haak. “Het Noorden had vorig jaar geen last van wateroverlast, zoals in 2012. Daardoor is in 2013 in het Noorden minder Erwinia gevonden.”

De NAK wil het vrijwillige onderzoek dit jaar voortzetten. Dan hoopt de keuringsdienst ook de bacterie Pectobacterium car. brasiliensis mee te kunnen nemen. De NAK vond deze bacterie vorig jaar in een onderzoek.

Haak vindt het onderzoek van groot belang. “Er zit een duidelijk verband tussen een latente besmetting in het pootgoed en wat je later in het veld terug vindt.”

De NAK heeft 966 monsters die in 2012 in het onderzoek geen latente besmetting hadden, opnieuw uitgeplant in 2013. Daarvan was 95 procent vrij van bacterieziek in de veldkeuring. In het vervolgonderzoek bleek 80 procent vrij.

Pootgoed dat wel latent besmet was, had in het volgende seizoen meer last van bacterieziek. De NAK plantte 382 monsters die in 2012 een latente besmetting hadden, in 2013 uit. Daarvan was 85 procent vrij in de veldkeuring. In het vervolgonderzoek was dat 50 procent. Haak: “Een latente besmetting leidt in de nateelt vaker tot een besmetting met bacterieziek, dan wanneer het onderzoek geen latente besmetting aantoont.”

Beheer
WP Admin