Hoog zetmeelgehalte in kleinere aardappeloogst

Veendam – Het zetmeelgehalte van de fabrieksaardappelen ligt met 19,8 procent een half procent boven het meerjarig gemiddelde, maar nog niet zo hoog als vorig seizoen (ruim 20 procent). Het volume is kleiner.

Dat meldt verwerker Avebe bij de overgang van de korte bewaring op het land naar de lange bewaring in de schuur. De kwaliteit van de aardappelen is goed, mede door de prima oogstomstandigheden in de regio. Hierdoor is het aantal partijen met een kwaliteitstoeslag aanmerkelijk hoger dan in voorgaande jaren, meldt het bedrijf. Een minimaal aantal partijen is door houdbaarheidsproblemen vervroegd verwerkt. Het tarrapercentage ligt met 6,5 procent rond het meerjarig gemiddelde.

De verwerking van zetmeelaardappelen verloopt volgens planning. De aardappelen die op het land werden bewaard zijn allemaal verwerkt en er is een begin gemaakt met de verwerking van aardappelen uit schuren.

De campagne is eind augustus begonnen, later dan was gepland. Dat kwam door het vertraagde groeiseizoen. De duur van de campagne wordt naar verwachting ook korter.

Door de weersomstandigheden in zowel Nederland als Duitsland is het aanvoervolume bij de fabrieken lager dan de bedoeling was. “Door een lang en zeer koud voorjaar kwam gewasontwikkeling laat op gang”, zegt de woordvoerder. “Daarna volgde al heel snel een droge en vooral warme periode, waardoor de groei per dag al weer snel terugliep.”

De opbrengsten verschillen heel sterk in het teeltgebied. “De variatie is groot door de diverse omstandigheden, facetten als grondsoort en regenval.”

Ook in andere Europese landen waren de minder gunstige groeiomstandigheden van invloed op de aardappeloogst.

Desalniettemin zegt Avebe haar klanten uit voorraad te kunnen bedienen.