Aardappelen poten op Limburgse hellingen

In het Zuid-Limburgse Schinnen heeft Wynand Vogels (59) een bedrijf met 50 hectare akkerbouw. Dit jaar poot hij 12,5 hectare aardappelen (Innovator). Vogels ploegt al 20 jaar het land niet meer. Vandaag, op een mooie droge dag met volop zon, gaan de aardappelen in de grond. Dat is soms lastig, aangezien de percelen van zijn bedrijf een helling hebben tussen de twee en vijf procent.



Foto’s: Marcel van Hoorn Fotografie, tekst: René Stevens

Vanwege de erosiegevoelige grond wordt de grond met een gecombineerde woel en frees bewerkt. Ook ziet de ondernemer voordelen van niet-ploegen op het gebied van bodemvocht en behoud van het bodemleven. Het niet-ploegen heeft volgens Vogels geen negatief effect op de opbrengst. Dat baseert hij op onderzoek en eigen praktijkervaringen.

Voor zit de woel die 30 centimeter door de grond gaat, daarachter de frees. Helemaal achteraan houdt de rol de machine op de goede diepte. Op dezelfde grond wordt door collega’s ook de rotorkopeg ingezet, maar Vogels heeft goede ervaringen met deze combinatie. Belangrijk is dat de bovenlaag met de frees fijn genoeg wordt gemaakt. Tussen klaarleggen en poten zit gewoonlijk maar een paar uur.

Vogels doet het klaarmaken van de grond en het poten samen met een collega. Direct na de grondbewerking volgt de pootmachine, een bunkerpoter. Als ze goed kunnen doorwerken, doen ze samen ongeveer 10 hectare per dag.

Het vullen van de pootmachine is snel gedaan. In totaal neemt hij circa 1.200 kilo aan aardappelen per keer mee.

De poterlepels pakken de aardappelen stuk voor stuk op. Goed te zien is dat het pootgoed is gesneden. Vogels heeft daar goede ervaringen mee, zeker bij de grove Innovators. Hij bespaart pootgoed uit en in de machine werkt het beter omdat de poters wat kleiner zijn. Twee of geen aardappelen in een klepel komt nauwelijks voor.

De gesneden aardappelen van dichtbij. De middelvroege aardappel is prima geschikt voor zowel lichtere als zwaardere zavelgronden. Door de goede verdeling van de ogen is het een prima aardappel om te snijden.

De pootmachine maakt vier aardappelrijen tegelijk. Bij het poten ervaart de ondernemer het nadeel van de lichte Limburgse hellingen: tegen een helling aan is het lastig om netjes recht te poten. Daarom overweegt hij de machine uit te voeren met schrijven, zodat de machine meer stabiel zijn werk kan doen.

Een ander nadeel: door de helling gaat ook de pootmachine wat schuin hangen. Daardoor komen de aardappelen soms teveel aan één kant liggen en moeten ze met de hand herverdeeld worden over de overige pootelementen.

De aardappelen zitten in de rug en aan niets is te zien dat deze grond al lange tijd niet geploegd is. Enkele dagen na het poten gaat Vogels de rijen aanaarden. Ook het aanaarden is door de hellingen een stuk lastiger dan op vlak land. Steeds meer van zijn collega’s in de regio doen het poten en aanaarden om die reden in dezelfde werkgang. Dit vraagt echter een zware machine en een dito trekker.