Voorjaar 2017 te droog voor resultaat uit berijdingsproef

In een proef in Dirksland in 2017 zijn geen noemenswaardige verschillen in aardappelopbrengst en -sortering naar voren gekomen als gevolg van variatie in berijdingssystemen bij het poten.

Dat blijkt uit de analyse van de 256 rooimonsters uit proefperceeltjes of twee percelen lichte klei op Goeree-Overflakkee. Op 6 april hebben daar acht pootcombinaties met verschillende banden twee rassen aardappelen gepoot. Teeltspecialist Jeroen Willemse van Delphy, die de proef begeleidde, wijt het uitblijven van verschillen aan de ‘redelijk droge’ omstandigheden in het voorjaar van 2017 en een daardoor weinig kwetsbare goede bodemstructuur.

Zichtbare wielslip bij brede banden

Aanleiding voor de proef was het natte voorjaar een jaar eerder in 2016, toen soms bij het poten zelfs sprake was van zichtbare wielslip. “Bij brede banden, dan mag je er vanuit gaan dat er wat misgaat in de ondergrond”, zegt Willemse.

Pootproef dit jaar opnieuw

Plan is om de pootproef dit jaar te herhalen. Het idee is om dan aan de acht all-in-one-systemen met smalle banden, brede banden en rupsen, ook het ‘oude’ systeem met gescheiden bewerkingen toe te voegen. Voorts wordt de proef uitgebreid met vochtsensoren tijdens het poten en weerstandsmetingen met de penetrologger na het poten.