AkkerbouwAchtergrond

Geen toppers door kou, regen en droogte

De verschillen tussen gewassen zijn groot dit seizoen. Vooral in de uien is dat goed te zien. Vroeg zaaien levert dit jaar geen voordeel op.

De verschillen zijn groot in de stand van de gewassen, maar vertraagd zijn ze dit seizoen allemaal. Dat komt door het koude en droge voorjaar. De ontwikkeling loopt sterk achter op vorig jaar – dat als zeer vroeg seizoen de boeken inging – en ook zeker een week ten opzichte van het langjarig gemiddelde.

Hevige neerslag eind maart leidde tot korstvorming, waardoor vele hectares uien en suikerbieten moesten worden overgezaaid. Verder lopen akkerbouwers aan tegen de hoge druk van onkruid en aardappelopslag, wat komt door de – opnieuw – milde winter.

Zo stippen op een overgezaaid uienperceel van Marten ten Cate in Swifterbant drie medewerkers opslagplanten weg met glyfosaat.

Een druppel is genoeg per plant, maar het zijn een heleboel planten. De klus neemt meer dan een dag in beslag. “Gelukkig is het niet elk jaar zo erg als nu”, zegt Gerrit Henken. “Normaal gesproken hoeven we bijna niet te stippen, maar nu heeft het al twee winters bijna niet gevroren.”

Uien lopen achter

De uien lopen achter in ontwikkeling. “Door het koude week was de opkomst niet optimaal.” Ten Cate zaaide rond 20 april 6 van zijn 16 hectare uien over vanwege korstvorming. Een maand na de eerste zaai.

Het 10 hectare grote perceel zaaiuien bij Dronten is gediepploegd. Op de lichtere grond was het makkelijker voor de plantjes om boven te komen. “Die staan ook duidelijk hoger”, zegt Ten Cate, “dat scheelt wel 3 tot 4 centimeter.”

De aardappelen staan er goed op, maar zijn wel vertraagd in ontwikkeling. “Dit is de periode om te selecteren, maar op sommige percelen zijn de planten daarvoor nog te klein”, vertelt de akkerbouwer. Hij laat een gemiddeld ras zien. “Deze aardappelplanten zijn klein voor de tijd van het jaar, het gewas zou al dicht moeten staan.”

[([002_rb-image-1773707.jpeg]:inzetgroot)]

Hilbrand Roos, Jeroen Rampen en Gerrit Henken (v.l.n.r.) stippen in Swifterband aardappelopslagplanten aan met glyfosaat. Het uienperceel van akkerbouwer Marten ten Cate is bezaaid met opslag. “Zo erg is het gelukkig niet elk jaar.”

Weinig loof, wel knolzetting

In de rug is het beeld echter anders. De planten zijn al volop met de knolzetting bezig. “Het loof is naar verhouding klein. Of dat erg is, moet blijken. De zomer kan nog veel compenseren.”

Ook de suikerbieten hadden de percelen vorig jaar al dicht. Nu staat er een klein gewas.

Waar Zeeland normaal gesproken voorloopt op Flevoland, is dat dit seizoen niet het geval. De teeltgebieden gaan gelijk op. De uien lijken in het Zuidwesten meer problemen te hebben. Dat komt doordat hier vaak vroeger is gezaaid. Juist de vroeg gezaaide percelen hebben teveel neerslag gehad in korte tijd. Rinus Struik van Mol Agrocom: “Een topopbrengst, waarvoor je zeker 750.000 planten nodig hebt, zit er niet in dit jaar.”

Veel verschil in uien

In de Noordoostpolder laten de uien veel verschillen zien. Bijvoorbeeld een dunne stand op een zwaar perceel in de buurt van Emmeloord. Iets verderop staan de uien van Peter van Zutphen een stuk voller en groter. “Toch zie je hier ook kleine plantjes”, zegt Van Zutphen, die met de hand kruiskruid weg schoffelt. “Misschien omdat we over dwars hebben geploegd.”

Het voordeel bij dit perceel is dat het half april is gezaaid, na de hevige neerslag eind maart dus. Later zaaien pakt dit seizoen beter uit, zo blijkt. “Onze suikerbieten zijn voor die regen gezaaid, maar de grond is te vast om lekker te groeien. Als we twee weken later hadden gezaaid, waren de planten nu verder geweest.”

[([003_rb-image-1773709.jpeg]:inzetgroot)]

Deze stand is representatief voor Flevoland, denkt Marten ten Cate. “Het perceel is normaal gesproken al gesloten”, zegt de akkerbouwer.

Pootgoed groeit wel

Aardappelen en uien worden geen toppers, zegt Rutger de Wit. “De aardappelen moeten eigenlijk al dicht staan.” Hij schat de achterstand op een week of twee.

De Wit boert in Bant. Hij heeft de beregeningsinstallaties aan staan. Eentje op zijn pootgoed, een andere op de bloembollen. “Het pootgoed staat niet zo egaal als normaal, maar het groeit wel.”

Ook collega Jacob Heidemans in Espel, vlakbij het IJsselmeer, beregent volop. “Ik ben er geen fan van, want het is een hoop gedoe, maar ben nu wel blij dat ik het mag doen.” Hij heeft al twee keer beregend en de derde keer staat op de planning. “Het moet gewoon gebeuren voor de knolzetting en tegen schurft. Wij telen S-pootgoed, daarvoor moet je al het mogelijke uit de kast halen.”

De gewassen lopen wat achter, maar Heidemans is tevreden over de stand.

Paul Hooijman van adviesbureau DLV Plant neemt veel verschillen waar in de stand van de gewassen. “Elk detail is zichtbaar. De voorvrucht van het gewas, de zaaidiepte en -datum, warm of koud water. Nu alles aan de groei gaat, zie je waar het goed is gegaan en waar niet. De verschillen worden nu eerst groter.”

Beheer
WP Admin