AkkerbouwAchtergrond

Zorg om bodem breed gedeeld

RIDLV-rapport ‘Van bodemdilemma’s naar integrale verduurzaming’ spreekt zorg uit over Flevolandse bodemkwaliteit. Specialisten geven hun visie.

De conclusies over de zorgwekkende toestand van de Flevolandse bodem hebben veel losgemaakt. Vrij breed wordt erkend dat de bodemkwaliteit terugloopt. Maar over de mate waarin en wat de oorzaken zijn, is er discussie.

De Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding (RIDLV) maakt in het rapport ‘Van bodemdilemma’s naar integrale verduurzaming’ haar zorgen kenbaar over de afnemende bodemvruchtbaarheid in het algemeen en die in Flevoland in het bijzonder. Daarbij wordt de loep nadrukkelijk op het diepploegen gelegd; volgens de rapporteurs is dat vaak een onnodige en voor de lange termijn schadelijke maatregel.

Wijnand Sukkel: “De bodemkwaliteit daalt zo langzaam dat je het in de praktijk vaak niet opmerkt”

PPO-Wageningen UR-onderzoekscoördinator Wijnand Sukkel erkent dat er iets aan de hand is, maar zegt dat er amper structurele monitoring is van bodemkwaliteit: “We weten niet goed wat aan de hand is. De bodemkwaliteit daalt zo langzaam dat je het in de praktijk vaak niet opmerkt. Als onderzoekers zouden we graag een betere onderbouwing en kwantificering van het verloop van bodemkwaliteit opstellen. Dan is gerichte actie te ondernemen om de kwaliteit op peil te houden of te verbeteren.”

Economische overwegingen

Zo is de organische stofbalans op veel akkerbouwbedrijven negatief, maar volgens Sukkel zijn er geen data die aantonen dat dit gehalte structureel daalt. De bodemdruk door mechanisatie stijgt, zodat ook het risico op ondergrondverdichting toeneemt.

De PPO-onderzoeker ziet dat akkerbouwers uit economische overwegingen ervoor kiezen wel te investeren in schaalvergroting, maar níet in de productiviteit van de percelen.

[([002_rb-image-1765070.jpeg]:inzetgroot)]

Door bodemdaling vernatten percelen. Om onder nattere omstandigheden toch te kunnen oogsten zijn zware zelfrijders nodig.

Everhard van Essen: “De chemische bodemvruchtbaarheid is veelal goed op orde”

Bodemadviseur Everhard van Essen van adviesbureau Aequator Groen & Ruimte onderschrijft de conclusie dat er iets aan de hand is met de bodem in Flevoland. “We zien veel ­bodems met verdichting, bodemstructuurproblemen en weinig bodemleven. Maar de chemische bodemvruchtbaarheid is veelal goed op orde.”

Kwetsbare bodem

Van Essen ziet de intensieve bouwplannen en de algemene bodemdaling in Flevoland als oorzaken van een matige bodemstructuur en toename van de bodemverdichting. “De ontwatering van een perceel wordt sluipenderwijs slechter, waardoor de bodem langzaam kwetsbaarder wordt.”

[([003_rb-image-1765072.jpeg]:inzetgroot)]

In Nederland wordt de grond van oudsher veel bemonsterd en onderzocht. Aan koppeling van de verzamelde gegevens ontbreekt het nog.

Arnold Michielsen: “Ook via mest wordt aan het organische stsofgehalte van de bodem gewerkt”

Ook voor Arnold Michielsen, teler en voorzitter van LTO-Noord in Flevoland, is de schets van de vruchtbaarheid van de Flevolandse bodem niet nieuw: “Boeren zien dat ook en en nemen al maatregelen. Stro wordt al veel vaker ondergeploegd. Groenbemesters zijn ingeburgerd. Ook via mest wordt aan het organi­sche stofgehalte van de bodem gewerkt.”

Gevraagd naar extra prikkels voor boeren om zich te bekommeren om duurzamer beheer van hun grond, verwijst Michielsen naar het duurzaamheidsconcept Veldleeuwerik, waarin ook over rustgewassen wordt gesproken.

Extensivering

Michielsen ziet goede voorbeelden van extensivering. “Ik zie bedrijven stoppen met de goed salderende wortelteelt, omdat het bouwplan te intensief is geworden. Die boeren zien na paar jaar de opbrengsten van andere gewassen weer toenemen.”

Michielsen is niet principieel tegen diepploegen . “Denk alleen wel goed na over wat je doet. Er is ook wel lichtzinnig de buurman nagedaan.”

[([004_rb-image-1767805.jpeg]:inzetgroot)]

 

Jan van den Akker: “Hoe erg moet het dan geweest zijn vóór ze gingen diepploegen”

“Dat diepploegen ten koste gaat van de waterhuishouding en het waterbergend vermogen, daar kan ik me alles bij voorstellen”, reageert Jan van den Akker, onderzoeker bodemfysica en landgebruik bij Alterra-Wageningen UR. “Door de natuurlijke rijping van die gronden is een prachtige natuurlijke drainage ontstaan. Onder de bewerkte bovenste laag heb je tot aan het grondwater pedons, pilaren van klei, van elkaar gescheiden door scheuren. Zet je zo’n grond op zijn kop, dan heb je niet zomaar zo’n zelfde drainage- en waterbergingsstructuur terug.”

Geen onomkeerbare schade

In de verklaringen van telers in het rapport valt het Van den Akker op dat die én in de regel tevreden zijn over het eindresultaat van diepploegen én nogal wat bezwaren noemen van de grond die ze terugkregen. “Dan denk ik: Hoe erg moet het dan geweest zijn vóór ze gingen diepploegen.”

Van onomkeerbare schade door het intensieve gebruik wil de bodemfysicus niet spreken. Hooguit van een snellere veroudering. “De beste grond van Nederland gaat versneld lijken op die op het oude land.”

[([005_rb-image-1767806.jpeg]:inzetgroot)]

 

Rinus Vermuë: “De bodem is het kind van de rekening.”

In zijn column over solide bodemprijzen in Boerderij 33 van 12 mei vertelt Rinus Vermuë, biologisch akkerbouwer in Luttelgeest (Fl.), dat Flevolandse telers die hij spreekt het niet eens zijn met de zorgwekkende conclusies in het rapport. Hij hoort alleen maar positieve berichten, in weerwil van stuiven, verdichting en een laag organische stofgehalte. Vermuë blikt terug en ziet dat de grondprijs sinds 1970 is vertienvoudigd, terwijl de opbrengst sindsdien maar is verdubbeld.

Fundamentele herbezinning

“Vanwaar dat optimisme”, vraagt hij zich af. Hij ziet de eindigheid van het ‘denken in middeltjes en reparaties’ om de boel te redden.

“Steeds zwaardere machines vereisen steeds zwaardere trekkers om de verdichting in de grond op te heffen”, schrijft hij. “Tevergeefs. De bodem is het kind van de rekening.”

Vermuë pleit voor een andere denktrant, niet alleen bij boeren maar ook bij de overheid, de banken en de supermarkten. “Er is een fundamentele herbezinning nodig. De bodem moet niet een sluitpost zijn, maar een fundament. Dat vereist een solide bodemprijs voor boerenproducten.’

[([006_rb-image-1767804.jpeg]:inzetgroot)]

 

Jan Willem: “Een beste laag goeie zwarte vleesvarkensmest en het probleem is opgelost”

Ook op het internet heeft het rapport over de Flevolandse bodem veel losgemaakt. Veel reageerders op berichtgeving wijten de teruglopende bodemvruchtbaarheid vooral aan de steeds krappere bemestingsnormen. “Een beste laag goeie zwarte vleesvarkensmest, net als vroeger, en het probleem is opgelost”, schrijft ene Jan Willem. “Goede mest erop”, zegt een ander, want: “De grond wordt schraler en schraler.”

Zandboertje stelt daartegenover: “Halvering van de machinegewichten levert meer op dan een verdubbeling van de mestnormen (…).”

Nogal nadrukkelijk wijzen veel reageerders ook naar de politiek. Agro schrijft: “De staat mergelt grond en bewerkers uit door woekerpachten in te zetten. Men noemt dit goed rentmeesterschap.”

Dat iets aan de hand is met de bodem, wordt amper bestreden. Zo schrijft Funny girl: “Wanneer je dertig jaar geleden ploegde was het wit van de meeuwen. Nu vechten ze om de laatste pier. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om vast te stellen dat zware machines in combinatie met intensivering hier de boosdoeners zijn.”

Beheer
WP Admin