Foto: Jan Willem van Vliet AkkerbouwAchtergrond

Bayer hekelt wantrouwen tegen technologie

Bayer CropScience houdt zich in de strijd tegen een pesticidenverbod steeds meer bezig met bijenonderzoek, en vooral het verspreiden van kennis die een relatie tussen insecticiden en bijensterfte ontkracht. Het bedrijf vreest toenemend wantrouwen jegens technologie en grote bedrijven.

Omzet verdedigen? Hoe komt u daar nu bij! Nee, het Bee Care Centre en aanverwante informatiecampagnes over bijensterfte is volgens medewerkers van Bayer zelf niet bedoeld om de neonicotinoïden in de benen te helpen houden. Na verbazing en irritatie opent Klaus Kunz, ‘Global Regulatory Manager Insecticides’, de handen. “Nou ja, het gaat niet primair om omzet; het heeft onze interesse in bijen wel vergroot.”

Bayer: neonicotinoïden niet oorzaak bijensterfte

We zijn met een groep Nederlandse en een Vlaamse journalist op uitnodiging bij Bayer CropScience’s Bee Care Centre, op een jaren 60-campus in Monheim, niet ver van Düsseldorf. De centrale boodschap van de presentatie: er is weinig tot geen bewijs dat de neonicotinoïden die Bayer verkoopt bijdragen aan bijensterfte. Er zijn een serie andere oorzaken aan te wijzen, zoals de varroamijt en amateurisme bij imkers.

Verbod op neonicotinoïden in EU

Het gebruik van neonicotinoïden, in feite een chemisch jasje om het zaad heen, is in de EU sinds december 2013 voor twee jaar verboden. De Europese voedselautoriteit bepaalt binnenkort of een verbod gehandhaafd blijft.

De zaadcoatings zouden mogelijk bijdragen aan de massale sterfte onder bijenkolonies. En bijen zijn belangrijk, erkent iedereen. Een derde van alle planten die mensen eten profiteert van bestuiving en onderzoekers schatten de economische waarde van de bijen op zo’n €150 miljard per jaar.

Goed voor jaaromzet van €700 miljoen

Het verbod betreft onder meer twee werkzame stoffen die Bayer CropScience gebruikt als basis voor insecticiden: imidacloprid en clothianidin. In 2011 waren deze producten goed voor een omzet van bijna €700 miljoen. Neonicotinoïden zijn extra relevant voor Bayer, maar ook de gewasbeschermingsmiddelen, de laatste grote noviteit. Zaadcoating was lange tijd een groeimarkt voor een industrie die de laatste jaren steeds meer moeite heeft geld te verdienen. Het is steeds duurder om producten te maken en steeds lastiger om middelen te registreren.

Middelen met vervallen patent

Het gevolg is dat een steeds groter deel van de markt, zeker buiten het rijke Westen, wordt ingevuld met middelen op basis van werkzame stoffen waarvan het patent vervallen is. Op deze ‘off-patent’-markt voeren bedrijven uit onder meer China, India en Israël steeds meer de druk op prijzen op. Marges slinken en omdat investeringen steeds meer geld vergen, wordt schaalgrootte belangrijker en de fusiegeruchten luidruchtiger.

Minder veldspuitingen dankzij zaadcoating

Zaadcoatings lijken op zichzelf een hele mooie vinding. Door gebruik van zaadcoating hoeft in het veld minder te worden gespoten, legt Kunz uit. Het afweermechanisme zit al in de plant en er gaan dus geen chemicaliën verloren door de wind of gebrek aan precisie van de boer. Bij oliezaden praat je volgens Bayer CropScience al snel over vier tot vijf keer extra spuiten; afhankelijk van de regio en tijd van het jaar.

Foto: ANP

Foto: ANP

 

‘Substantieel’ verlies omzet sinds verbod

Hoeveel volume of omzet het neonicotinoïdenverbod heeft gekost, wil Bayer CropScience niet kwijt. “Het is substantieel”, aldus Kunz. “Maar vergeet niet dat we ook allerlei andere pesticiden verkopen. Misschien verkoopt Bayer CropScience in volume wel meer dan in het verleden, nu boeren extra moeten spuiten. Dat maakt de lagere marges op de oudere producten misschien weer goed.”

Verbod zorgt voor lagere koolzaadproductie

Het verbod op neonicotinoïden heeft ondertussen geleid tot een lagere koolzaadproductie. Volgens de koepelorganisatie van boeren en coöperaties Copa-Cogeca, daalt de productie zo’n 7%. In koolzaad zijn weinig andere insecticiden voorhanden. In Duitsland alleen daalt de productie met zo’n 1 miljoen ton. In het midden van het Verenigd Koninkrijk is de productie zo’n 40% afgenomen.

‘Gewasbescherming mag niet GMO achterna gaan’

Wat Kunz betreft moet het verzet van Bayer CropScience en Syngenta als grootste spelers op de coatingmarkt worden gezien als verzet tegen een groeiend wantrouwen tegen de wetenschap in Europa. De wereldwijde landbouw moet steeds meer produceren en dan nog met behulp van minder water en land. Technologie wordt daarmee een centraal thema in de landbouw. Eerder werd de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen (GMO) in de EU reeds aan banden gelegd. “Gewasbescherming mag niet volgen.”

De registratie van een nieuw product kan tot 10 jaar duren en €200 miljoen kosten.

Bayer CropScience is een van de grootste spelers op de wereldmarkt op gebied van zaadcoating. Foto: Bayer CropScience

Bayer CropScience is een van de grootste spelers op de wereldmarkt op gebied van zaadcoating. Foto: Bayer CropScience

 

Bayer gaat met consument in gesprek

Bayer CropScience probeert rechtstreeks met de consument in gesprek te gaan. De politiek is zeker in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk vanwege onrust onder het electoraat zeer wantrouwig tegenover bedrijven die transgene gewassen en pesticiden ontwikkelen. De hoop dat verantwoordelijke politici het in de EU opnemen voor het gebruik van nieuwe technologieën lijkt vervlogen. Dus moet het electoraat worden overtuigd.

‘Bijengezondheid vast onderdeel bij ontwikkeling producten’

In een gesponsord artikel in Nature Outlook legt topman van Bayer CropScience Liam Condon uit dat het bedrijf onderzoek naar bijengezondheid als vast onderdeel ziet van de ontwikkeling van nieuwe producten. Het artikel leest verder vooral als een nuancering van de berichtgeving over de bijensterfte.

Zo staat prominent op pagina één van het artikel een grafiek waaruit blijkt dat het aantal beheerde kolonies honingbijen met 45% is gestegen in de laatste 50 jaar. Het aantal kolonies bleef in Europa en Noord-Amerika de afgelopen 10 jaar ongeveer stabiel. Bayer, zo legt Condon uit, test de gevolgen van gewasbeschermingsmiddelen uitvoerig en is zodoende al decennia bezig met bijengezondheid. Condon wijst op Bayer’s bijdrage aan het bestrijden van een mogelijke veroorzaker van bijensterfte, de varroamijt.

Steeds kleiner aantal pesticiden beschikbaar

Waar Condon in het artikel niet op ingaat, is een veel dieper liggend probleem voor zijn industrie. De Europese toezichthouders hebben het toelatingsbeleid enkele jaren geleden aangepast. De focus ligt nu meer dan ooit op een gevaarlijke eigenschap van een stof an sich, in plaats van de analyse van de daadwerkelijke risico’s bij normale toepassing. Hierdoor dreigt ook volgens Bayer een steeds kleiner aantal pesticiden over te blijven. Het risico op resistentie neemt daardoor toe.

‘Efsa neemt te veel afstand van industrie’

Waarom kiezen toezichthouders hiervoor? Volgens Bayer CropScience is ook hier sprake van een toenemend wantrouwen tegen technologie, al dan niet in combinatie met grote bedrijven. Het steekt Kunz alvast dat de Europese voedselautoriteit Efsa niet direct wil overleggen met de industrie. “In hun angst als partijdig te worden gezien, neemt men nu zoveel afstand van de industrie dat het ten koste gaat van hun analyses. De kennis die bij bedrijven in de sector bestaat wordt op afstand gehouden.”


Nieuwsbrief akkerbouw

Schrijf je in voor deze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van ontwikkelingen binnen akkerbouw.

  • Datumnotatie:MM slash DD slash JJJJ
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Beheer
WP Admin