AkkerbouwAchtergrond

2015?: Rooivruchten gemiddeld, zaadgewas doet het goed

Na een wisselvallig jaar met koude, droogte, hitte en natheid, komen de opbrengsten van de wortel- en knolgewassen uit op de langjarige gemiddelden.

Bij iedere volgende proefrooiing van de frites­aardappelen kroop de opbrengst een beetje verder naar het meerjarig gemiddelde. Zo veranderde aardappeljaar 2015 qua opbrengsten van zorgelijk, met bijbehorende hoge notering van de aardappeltermijnmarkt, in een jaar met alleszins redelijke kilo-opbrengsten, maar niks bijzonders.

‘Gewoontjes’

Tegen de achtergrond van de erg hoge opbrengsten in 2014 van suikerbieten, snijmais, gras en aardappelen nemen boeren en andere informanten regelmatig het woord ‘gewoontjes’ in de mond als ze het seizoen beschrijven. Dat betreft dan vooral de afloop, want het groeiseizoen begon stroef. De opkomst van de wortelgewassen als suikerbieten en witlof hield niet over. Peentelers moesten soms verschillende keren beregenen en werden daarna nog geplaagd door droogte.

Half juni worden op landbouwbedrijf Koninklijke Wilhelmina­polder tafelaardappelen beregend. De plantuien zijn na een eerste gift van 25 millimeter, wéér aan water toe.
Foto:
Peter Roek

Voederwaarde gras breekt records

Voor gras en mais geldt min of meer hetzelfde. Ze maakten een trage start en kennen gemiddelde opbrengsten. Het grillige weer maakt dat de opbrengsten van 2014 niet worden geëvenaard. Overigens zij vermeld dat de voederwaarde van het gras records breekt en het gras lang is doorgegroeid. De voederwaarde van zowel voorjaars- als zomerkuilen was nog nooit zo hoog. Mais leed onder de koude start, maar herstelde door voldoende vocht en warmte in juni. Begin oktober is de maisoogst amper begonnen, de oogst is twee tot drie weken later dan normaal.

Droogte

Dat de opbrengsten dit jaar gemiddeld zijn, mag tegen de achtergrond van het begin van het groeiseizoen toch wel een meevaller heten. Rond de langste dag op 21 juni deden na een redelijk koude periode gewassen niet veel. Het was toen wachten op regen. Zo moest het pootgoed selecteren half juni nog beginnen, terwijl dat normaal gesproken dan al aan de gang is. “Aardappelplanten staan te overleven”, zei toen Gert-Jan Nobel in Noord-Holland. Het had toen al wekenlang niet geregend en er waren zorgen om de knolzetting van de aardappelen. Nu aan het eind van het seizoen zien we dat bij de pootaardappelen het aantal knollen nog wel eens tegenvalt.

Bastiaan Blok brandt eind september het loof van zijn bio-fritesaardappelen. De lange groeiperiode geeft een hoge kilo-opbrengst en saldo.
Foto:
Peter Roek

Opbrengsten niet over de hele linie gemiddeld

Voor wat met name de aardappelen en uien betreft, moet zeker worden opgemerkt dat bij de beoordeling van hoe het jaar was altijd naar de combinatie van prijs en kilo’s moet worden gekeken. De gemiddelde opbrengsten van nu gaan gepaard met een volstrekt ander prijsniveau dan die van 2014 toen de vroege fritesaardappelen na een voorspoedig groeiseizoen erg hoge opbrengsten gaven.

Het is niet over de hele linie gemiddeld. Er is onderscheid te maken tussen rooivruchten en zaadgewassen.

Graszaadbedrijven oogstten meer dan gemiddeld

Als we praten over gemiddelde opbrengsten voor 2015, dan gaat het vooral om aardappelen, suikerbieten, cichorei en uien. Bij graszaadbedrijven leefde eind juni de opvatting dat door de hitte de opbrengsten 10 procent of meer zouden achterblijven bij normaal; nu na de oogst moeten ze vaststellen dat ze tot 10 procent méér oogstten dan gemiddeld. In het Noorden was in graszaad hier en daar wel muizenschade; op sommige percelen is er opbrengstderving van 50 tot wel 80 procent.

Oogst van wintertarwe op het bedrijf van Klaas Mijs in Achthuizen (Z.-H.). Het vochtgehalte lag op 15 procent.
Foto:
Henk Riswick

Goede opbrengsten voor wintertarwe

Ook de granen gingen goed. Na een voorspoedige start in de zachte herfst van afgelopen najaar, gaf wintertarwe ondanks de koude en droogte begin van groeiseizoen 2015 uiteindelijk goede opbrengsten. De grote collecteurs Agrifirm en CZAV spreken van gemiddelde opbrengsten van meer dan 10 ton per hectare bij hectolitergewichten van 74 tot 80 kilo. “De droogte heeft minder effect gehad dan waar we bang voor waren”, zegt Aart den Bakker van Agrifirm. Op zand- en dalgronden zijn opbrengsten genoteerd van 8,5 à 9 ton per hectare, wat goed is.

Zoals gezegd gaat oogstjaar 2015 de boeken in als een gemiddeld jaar qua opbrengsten. Hoe het financieel afloopt moet blijken. De saldo- en kostprijsberekeningen verderop in dit nummer geven daarvoor alvast aanknopingspunten.

Beweeg over de afbeelding voor meer informatie.


Beheer
WP Admin