AkkerbouwAchtergrond

Pootgoedtelers tegen flexibel afkapsysteem

Er gelden vanaf 2016 nieuwe regels voor de pootgoedclassificatie. Telers willen een strak afkapsysteem behouden en een vrijwillige generatievermelding.

Het voorstel vanuit Brussel om de richtlijn voor uitgangsmateriaal om te zetten in een verplichte verordening, de zogenoemde ‘Better Regulations’, is van tafel. De discussie over een uniform EU-classificatiesysteem voor uitgangsmateriaal is voorlopig gesloten.

Toch gaat er wel wat veranderen in de classificatie van pootaardappelen. Vanaf 2016 wordt het aantal veldgeneraties beperkt tot maximaal negen. Prebasis- en basispootgoed kan maximaal zeven generaties worden vermeerderd. Daarna zijn nog maximaal twee generaties mogelijk voor gecertificeerd pootgoed.

Nederland kent nu nog een afkapsysteem met maximaal tien generaties. Er moet er dus één afvallen. De NAK peilt op de telersvergaderingen deze maand wat de telers willen. Op de eerste bijeenkomst in Swifterbant koos een grote meerderheid van de telers er voor om de E2-klasse dan maar om te zetten in een A. Daarnaast komt er nog een klasse B in de categorie gecertificeerd pootgoed. De klasse C verdwijnt dan vanaf 2016.

Een ander gevolg van de nieuwe EU-regels is dat de vijfjarige stam niet langer als prebasis-pootgoed kan worden verkocht. De EU beperkt het prebasis-pootgoed tot maximaal vier generaties. De vijfjarige stam wordt dus basispootgoed.

Verder maakt de nieuwe regelgeving het mogelijk om het generatienummer op het certificaat te vermelden. Lidstaten mogen zelf bepalen of het een verplichting wordt. Een meerderheid van de telers in Swifterbant vindt dat in Nederland de generatievermelding vrijwillig moet zijn, net als op de bijeenkomst in Eenrum. Dat is voor de NAK geen probleem, omdat die gegevens  in het huidige systeem al worden bijgehouden.

De nieuwe EU-regels maken het ook mogelijk om het afkapsysteem veel flexibeler te maken. Dan kan prebasis-pootgoed vaker als een E worden vermeerderd, zolang het maximale aantal generaties niet wordt overschreden. De telers in Swifterbant en Eenrum zijn tegen zoveel flexibiliteit in het afkapsysteem. Maar andere lidstaten kunnen daar anders over denken.

Dat kan een probleem opleveren voor de Nederlandse pootgoedhandelshuizen. Die willen geen generatienummers op de certificaten vermelden. De argumenten zijn dat de pootgoedklasse de kwaliteit bepaalt, en niet het generatienummer. Bovendien is het een logistieke opgave voor de handelshuizen, als ze verschillende generaties van één klasse uit elkaar moeten houden.

Maar het vermelden van het generatienummer kan voor de handelshuizen ook betekenen dat ze minder pootgoed verkopen. In Nederland mag een afnemer een E-klasse één keer vermeerderen, waarna het pootgoed een A wordt. Als andere lidstaten kiezen voor een flexibel afkapsysteem, kan een E vaker worden vermeerderd als een E, mits het niet de zevende generatie overschrijdt. Dan kan een afnemer zelf E-pootgoed vermeerderen, en hoeven ze niet aan te kloppen bij een Nederlands handelshuis.

Beheer
WP Admin